Doffe warmte, drukkend tegen het glas. Het hoofd hangt naast ellende. De geur van as en de vloeibare vlam. De ellendige fles, naar beneden, razendsnel. Brandende hitte, boven een vastgenageld lijnenspel. Druk verterend, een eindeloos nietsland. De geest op een lineair traject. Zanderig, de overtocht naar het noorden. IJlende artiest, luister: het zuiden smeult na op de zadels van de ruiters. Aan de waanzin ontsnappen, 't is altijd tevergeefs.