In al onze fouten, in het zwart van de nacht Op het scheiden der wegen, in de as van wat was Smeult de rest van een vuur, wat op een opening wacht Waar tocht zich doorheen waagt, tot de vlam weer omhoog slaat Hard en onverwacht Vallen en opstaan Onze knieën kapot Vertrapt en vergeten Maar we richten ons weer op Van de muur door het vuur Door de hel en weer terug Door nooit op te geven, twee keer zo hard In stromende regen, alles vergeven Want we denken, we leven in de richting van ons hart Heb het altijd geweten, dat er ergens iets op ons wacht In al ons verlangen, op ieder gezicht In hart van de stilte, in het grootste gemis Rijst de vloek van een tij, dat op kentering wacht Tot ons schip niet meer droog staat, zich door de golven een weg baant Snel en onverwacht Vallen en opstaan Onze kleren kapot Verguist en vergeten Maar we richten ons weer op Van de muur door het vuur Door de hel en weer terug Door nooit op te geven, twee keer zo hard In stromende regen, alles vergeven Want we denken, we leven in de richting van ons hart Heb het altijd geweten, dat er ergens iets op ons wacht, ... op ons wacht Van de muur door het vuur Door de hel en weer terug Want we denken, we leven in de richting van ons hart Heb het altijd geweten, dat er ergens iets op ons wacht Dat er ergens iets op ons wacht... op ons wacht