De meisjes aan de kade Trekken me niet meer Ze zuchten en ze hijgen Vijfenzeventig mijnheer En ik sta in de kou En ik wil bij jou Zou je me al m'n zonden willen, kunnen vergeven? En ik heb de helft nog niet, niet eens opgebiecht Op m'n voorhoofd staat het geschreven In m'n ogen valt het te lezen Oh m'n lief, dagboek van een smiecht Het dagboek van een smiecht Je weet niet wanneer hij liegt Konkelt of bedriegt Maar tegen jou heb ik nooit echt gelogen Als ze me aankijkt met die blik En die ogen vol met dromen Schiet ik een klein stil gebed En denk ik Jezus samen dromen En ik sta in de kou Waar ben je nou? Zou je me al m'n zonden willen, kunnen vergeven? En ik heb het allemaal nooit, never, nooit opgebiecht Maar 't staat op m'n voorhoofd te lezen In m'n ogen staat het geschreven Oh m'n lief, dagboek van een smiecht Het dagboek van een smiecht Je weet niet wanneer hij liegt Konkelt of bedriegt Maar tegen jou heb ik nooit echt gelogen De meisjes aan de kade Trekken me niet meer Ze zuchten en ze hijgen Vijfenzeventig mijnheer En ik sta in de kou En ik wil bij jou Zou je me al m'n zonden willen, kunnen vergeven? En ik heb het allemaal nooit, never, nooit opgebiecht Maar 't staat op m'n voorhoofd te lezen In m'n ogen staat het geschreven Oh m'n lief, dagboek van een smiecht M'n lief, dagboek van een smiecht Oh m'n lief, dagboek van een smiecht