In dit huis is het mooi Is het constant een zooi. Er is lief, er is leed Er is zuinig of breed. Er is kort, er is lang Vrolijk en bang. Er is hoop, er is stil Er is zang. Er is langzaam of snel Hemel en hel. Er is warm, er is koud. Er is goed en vertrouwd. Er is lol, er is pijn. Donker en fijn. Er is leeg er is vol of alleen. En er is samen. In dit huis. Met z'n deuren en muren. Al die duizenden uren. In dit huis Het is maar steen Maar zonder jou is het er geen. Er is ruzie en zwijgen. Geven en krijgen. Gesloten en vrij. Chagerijnig en blij. Er is helder en vaag. Ooit of vandaag. Er is nieuw er is weer, Voor de zoveelste keer. Er is gezond en er is ziek. Haast of romantiek. Windstil of orkanen. Er is zon, er zijn tranen. Er is rust, er is druk. Verdriet en geluk. Er zijn dromen, er is hopeloos. En er is samen. In dit huis. Met z'n deuren en muren. Al die duizenden uren. In dit huis Het is maar steen, Maar zonder jou is het er geen. Er zijn stiltes en stemmen. En nog zoveel te temmen. Er is trots, er is schamen. Er is roeien met riemen, amen. Er zijn de violen. Of er zijn de gladiolen. In dit huis. Als alle huizen. Met hun kracht en hun kruizen. In dit huis ben ik thuis. In dit huis. Met z'n deuren en muren. Al die duizenden uren. In dit huis Het is maar steen, Maar zonder jou is het er geen In dit huis.