'K Heb endlijk vele getjoold in mijn leven En nauwers niet meer dan wat uren gebleven Juste genoeg voor wat simpele dingen Lijk eten en drinken en liedjes zingen Ja 'k mag het zeggen 'k heb vele getjoold En meer dan ne keer zelfs hopeloos verdoold Verre van thuis van vrouwe en kind In 't holst van de nacht in weer en wind En de wind in joen haar zo loop je door 't land En de mensen langs de strate ze wijzen met hun hand En 't deurt al nie lange of 't weet heel de stad Zie me daar lopen ne nest jongens achter me gat Wie kan er mij zeggen langs waar dat ik moet gaan Waar weunen de mensen die mij willen verstaan Wie heeft er op zijn zolder nog een oud eksterment Wie speelt er viool en is 't zingen niet ontwend Wie heeft er genoeg van zijn welvaartstaat Met zijn stank en plastiek die nooit meer vergaat De peerden en koeien kreveren in de wei En als 't nie rap betert de vis in de zee Maar we verdienen onzen boterham heel dik gesmeerd Maar de boter is te zwaar, ze geraakt moeilijk verteerd Nog nooit hadden we een huis zo proper opgedaan En toch zijn we betinteld om op voyage te gaan We krijgen heel ons leven de pap in de mond En als we doodgaan een sjieke kist in de grond Iedern dag is geregeld perfect g'arrangeerd 'T stond op papier al lange geformuleerd In dikke boeken staan de wetten gesteld En luistert maar goed wat meneer paster vertelt Houd goed uw pasen en 's nachts je deur op slot Zo leef je veilig in d'armen van god Maar 'k zoeke mijn weg langs 'n andere kant En 'k tjole al zingend deur 't vreemde land En 't doet soms zeer om allene te gaan Ach zijn der hier geen mensen die mijn liedje verstaan?