De dodenakkers overvol De knekelhuizen puilen uit Hoongelach kraait de lucht in Als de noodklok wordt geluid Wadend door het slib der mensheid Niet gehinderd door compassie Vleeskooien van hun ziel bevrijd Door de vlammen van agressie Trefzekere slagen met de bijl Hun zielloze aangezicht druipt van de kwijl Gehuld in lompen, getooid met pek Knetterend, krijsend, uit Gelderse drek Smerige furie, recht uit de hel Vlammend gebeente, toornig en snel Gehuld in lompen, getooid met pek Knetterend, krijsend, uit Gelderse drek Bij 't verschijnen van de dag Keert de rust weer zoals 't was De wedergangers terug de drek in Er rest slechts nog as