In een koude nacht met een trillend lichaam Lege straten, een schaduw van mezelf beweegt zich voor mij Het doet er niet toe, ze doen er niet toe Wanneer ik loop vraag ik me toch echt af waarheen Ik wil rennen door de nacht; ik wil niet bewegen Ik wil dansen in de regen; ik haat het wanneer mijn haar nat word Ik wil wel honderd worden; ik wil niet meer wakker worden Laat mij dromen, laat mij hopen