Als de lont wordt aangestoken En je hart is reeds gebroken Dan wacht je tot je eindelijk bent verbrand En je brandwonden die helen En de pijn die zul je delen Met een aantal gasten, hand in hand Langzaam zul je sterven Je nabestaanden erven Je hele hebben en houwen na je dood Maar wordt de lont niet aangestoken En begint je hart van angst te koken Dan word je weer verlost uit deze goot Het is een ritueeltje Je verandert in een beeldje Een beeldje van marmer in het klein Nadat de lont de bom haalt En als je even afdwaalt Dan voel je gewoon vanzelf al die pijn Langzaam ga je dood Belandt in de goot De lont die bombardeert intussen meer Meer van jouw soort mensen Die heel hun leven wensen Dat hun as gestopt wordt in een marmeren beer