Daar wordt aan de deur geklopt, hard gekopt, zacht geklopt, Daar wordt aan de deur gekopt, wie zal dat zijn? Wees maar gerust mijn kind, ik ben een goede vrind, Want al ben ik zwart als roet, ik meen het wel goed. Want ik kom van Sint Niklaas, Sint Niklaas, Sint Niklaas, Ik heb voor jou mijn kleine baas moois in mijn zak. Ben je steeds zoet geweest, wees dan maar niet gevreesd, Want dan geeft Sint Nicolaas, fijn speculaas.