'T Is kerstdag, er loopt door de straten Een schooier, in lompen gehuld Hij heeft vrouw en kindje verlaten Z'n hart is van wroeging vervuld Als hij, door 't noodlot gedreven Z'n vroegere huisje weer vindt Beginnen z'n lippen te beven En is 't als fluistert de wind: 'T Is Kerstmis, 't is Kerstmis, 't is vrede op aard' Nu zitten ze thuis rond de kerstboom geschaard 'T Is Kerstmis, 't is Kerstmis, de mensen zijn blij Maar jij, arme schooier, je hoort er niet bij Terwijl hij verkleumd staat te turen Loopt plots'ling zijn kind naar 't raam ' T Ziet hoe die man staat te gluren En roept dan van vreugde een naam Z'n moedertje loopt snel naar buiten Ze kust 'm, ze huilt en ze lacht Opeens gaan de kerstklokken luiden Dan snikt ze: " 'k Heb op je gewacht" 'T Is Kerstmis, 't is Kerstmis, 't is vrede op aard' Nu zit je weer thuis rond de kerstboom geschaard 'T Is Kerstmis, 't is Kerstmis, nu ben je weer blij Want jij, arme schooier, jij hoort er weer bij