In het dorp aan het meer was het vandaag de dag Want ze vierden het feest van de blijde lach Dat de vrede bij hun altijd blijven mag In het dorp waar nog niemand een ruzie zag Ook vandaag was het weer eens een reuze feest Iedereen was al vroeg naar de kerk geweest Zelfs de koster was er met meneer pastoor En het hele dorp zong dan in koor Ja we vieren het feest van de blijde lach Ieder jaar weer opnieuw op een zomerdag Want er was nog geen mens die hier ruzie zag Dat de vrede bij ons altijd blijven mag Kees die had het op Marie voorzien Een erg mooie meid van zo'n 19 Het was de dochter van Jacob de timmerman Zelfs hij had vandaag een mooi pakkie an En toen Kees met Marie op de dansvloer kwam Keek hij even opzij naar de timmerman Want wat Kees deed was toch geen dansen meer En Jacob zei kwaad dat is de laatst keer Ja we vieren het feest van de blijde lach Ieder jaar weer opnieuw op een zomerdag Want er was nog geen mens die hier ruzie zag Dat de vrede bij ons altijd blijven mag En Jacob de timmerman kwam er aan Hij ging tussen Kees en Marie in staan En Kees zei het was toch zo'n fijn gevoel En Jacob gaf Kees toen een klap op zijn smoel Maar Kees ook niet bang en sloeg hem terug En daar lag de timmerman op zijn rug Zijn vrouw had de oorzaak iets beter door Zij gaf toen Marie een draai om haar oor Ja we vieren het feest van de blijde lach Ieder jaar weer opnieuw op een zomerdag Want er was nog geen mens die hier ruzie zag Dat de vrede bij ons altijd blijven mag Maar de vader van Kees dacht nu is het genoeg Die timmerman die zijn zoon daar de grond in sloeg Met een stok in zijn hand kwam hij tussendoor En raakte het hoofd van meneer pastoor Toen de koster dit zag werd hij vreselijk kwaad En de vader van Kees zag hem net te laat Ja een taart door de lucht tis is toch kosterlijk Want de slager stond op en kreeg ook nog een stuk Ja we vieren het feest van de blijde lach Ieder jaar weer opnieuw op een zomerdag Want er was nog geen mens die hier ruzie zag Dat de vrede bij ons altijd blijven mag Ook een dame die stroopte haar mouwen op Een pan soep kwam verkeerd terecht op haar kop Een lawaai en gegil het was toch vreselijk In het dorpje van vrede het dorp van geluk De muziek ging maar door toen nog heel tevree Maar toch viel het voor hen ook nog lang niet mee Want de vleugel zat vol met tomatensoep In het dorpje van vrede was het nu een troep Ja we vieren het feest van de blijde lach Ieder jaar weer opnieuw op een zomerdag Want er was nog geen mens die hier ruzie zag Dat de vrede bij ons altijd blijven mag Ja ze gooiden met stenen en ook met zand Het feest van de vrede liep uit de hand Na een avond van ruzie en dolle pret Lagen ze 's avond gewond in hun bed 'S morgens toen Kees in de herberg kwam Zat aan de bar ook zijn vriend de timmerman Het was toch fijn gisteren zo'n dagje bij elkaar Voordat het nu weer zo ver is duurt het nog een jaar Ja we vieren het feest van de blijde lach Ieder jaar weer opnieuw op een zomerdag Want er was nog geen mens die hier ruzie zag