De verte is niet ver meer, Nooit was ik zo dichtbij: De stad waar ik zal wonen. En waar ik thuis zal zijn. Mijn passen worden trager, Ik weet niet wat er komt. Nog één keer zal ik zwaaien En dan draai ik me om. De stad bruist, de mensen zingen. Ik kan ze hier al horen. Elk geluid een symfonie, als muziek in mijn oren. De stad bruist, de mensen zingen. Een feest als nooit tevoren. Dan klinkt mijn naam, mijn nieuwe naam. Ik ben opnieuw geboren. Ik leer de kleuren kennen. Nu zie ik ze pas echt. Ik ruik, ik voel, ik leef nu Met alles wat ik heb. Mijn lijf zit als gegoten, Opnieuw door God gemaakt. Nu drink ik wijn met Jezus, Het was het wachten waard. De stad bruist, de mensen zingen, Ik kan ze hier al horen. Elk geluid een symfonie, als muziek in mijn oren. De stad bruist, de mensen zingen. Een feest als nooit tevoren. Dan klinkt mijn naam, mijn nieuwe naam. Ik ben opnieuw geboren. De verte is niet ver meer, Nooit was ik zo dichtbij...