Lailailailailailailailailailai Lailailailailailalai In de buurt kende ieder Ome Arie Die vroeger op de kermis had gestaan Daar trad 'ie op als Mister Martokari De sterkste man van hier tot aan de maan De kinderen, ze wisten waar-die woonde Ze stonden er geregeld op z'n stoep Omdat 'ie ons z'n kunsten nog vertoonde Hij gaf ons limonade, op de tafel stond een trommel snoep Refr.: Hij hield niet van kapsones en bombarie Maar kinderen die mocht 'ie des te meer Je noemde 'm gewoon maar Ome Arie Dat paste beter bij hem dan "meneer" Lailalailailailai Lailalai Lailailailailailai Lailailai Ieder kind zat wel een keer in de penarie Om ruzie thuis of honderd regels straf Dan klopte je maar aan bij Ome Arie Je zorgen vielen daar zo van je af En al werd die ouwe kermisklant wat grijzer Voor ons bleef 'ie nog trouw aan z'n beroep Hij boog met blote handen staven ijzer Hij gaf ons limonade, op de tafel stond een trommel snoep Refr. 'T Kon vanzelf niet eeuwig blijven duren Die tijd met Ome Arie, onze vriend Maar nooit vergeet ik al die fijne uren Voor mij heeft 'ie de hemel wel verdient Hij hield niet van kapsones en bombarie Maar kinderen die mocht 'ie des te meer Je noemde 'm gewoon maar Ome Arie Een eretitel mooier dan "meneer" Een eretitel mooier dan "meneer" Lailalailailailai Lailalai Lailailailailailai Lailailai Lailailailailailai Lailailai Tekst/muziek: J.Strunk/H.P. den Boer