In mijn hart was een hele kleine plek, Een hele kleine plek voor jou Maar die plek werd een vlek in mijn hoofd in mijn hersenen Mijn schedel, bont en blauw Het leven is een donker bos, vol afschuw en venijn Maar op de berg laat ik jouw rolstoel los en je valt Je valt, je valt... diep in de ravijn Elke dag opnieuw dat vreselijk gesprek, Dat vreselijk gesprek met jou Daaruit ontdek ik zaken die ik liever niet ontdek En bovendien verborgen hield voor jou Jij trilt nu als een espenblad, beducht voor mijn vilein De wegen zijn gevaarlijk glad en je valt Je valt, je valt... diep in de ravijn Diep in de ravijn Diep in de... Diep in de... Diep in de ravijn Diep in de ravijn Diep in de ravijn Diep in de... Diep in de... Diep in de ravijn Diep in de ravijn