In café Breughel snijdt den jukebox door het doedelzakkenleer Zingen zuipers in gekrocht Amerikaans De gravuren aan de muren Toen ik koel en eigenweis Hetgeen de meesten ons vertelden in het Vlaams En in ander vreemde talen Spaans, Arabisch en Sanskriet Zijn penselen boorden gaten in den tijd Meester Breughel, kom maar binnen in de lichten van de kroeg Laat de wereld nu maar slapen, Zet uw eigen bij de ploeg Boven de fipperautomaten stappen jagers door de sneeuw Met hun meute magere honden aan hun zij. En de bruiloft met de vlaaien, hangt geduldig in de smoor 'Lijk ne haring in een haringrokerij. Zo vervagen traag de boeren, die daar dansen hand in hand Met bewegingen bevrozen in den tijd. Meester breughel, kom maar binnen in de lichten van de kroeg, Laat de wereld maar vergelen, Zet uw eigen bij de ploeg. In de maat van de seizoenen, vloeit de tijd langs een rivier Langs de tafels en de glazen en de wijn. En de gloed van café Breughel is een baken in 't getij Van een gave zonder spleen of zonder pijn. 'T Is de schijn van een illusie die al lachende zal vergaan, Onder 't schetteren van jukebox en schalmij. Meester breughel, kom maar binnen in de lichten van de kroeg, Laat de blinden maar verzuipen, Zet uw eigen bij de ploeg.