Ik ben een hele flinke meid Ik wandel iedere dag Een padvindster vol vrolijkheid Altijd met een blijde lach Iedere dag ga ik de berg op en neer En dat doe ik dan wel achtentwintig keer En als ik tenslotte thuis gekomen ben Klim ik iedere avond even in de pen De akela schrijf ik dan een lange brief Ach ik vind dat mens toch zo ontzettend lief Dan vertel ik haar over m'n goede daad En ik vraag voor al m'n moeilijkheden raad U moet weten dat ik zo ontzettend slis En dat zoiets toch wel erg voor me is Maar akela schrijft: kind zet je erover heen Heus van klagen klagen helpt er geen een Ik ben een hele flinke meid Ik wandel iedere dag Een padvindster vol vrolijkheid Altijd met een blijde lach Dokter zei dat ik een beugel nodig had En een zooitje pillen en een reumabad Maar mijn beugel is de berg afgerold En mijn pillen zijn de gootsteen ingetold En zo doe ik iedere dag m'n goede daad Gisteren nog bekeerde ik een psychopaat En voor vandaag heb ik weer een reusachtig plan Voor het avondeten vraag ik hem tot man Ik ben een hele flinke meid Ik wandel iedere dag Een padvindster vol vrolijkheid Altijd met een blijde lach Mensenlief ik ben toch zo'n flinke meid En dat slissen raak ik in het huwelijk kwijt De akela heeft me dat onlangs gezegd En me alle problemen netjes uitgelegd 'k weet nu precies wat of ik doen en laten moet 'k ken het verschil heel scherp tussen kwaad en goed Ik ben een hele flinke meid Ik wandel iedere dag Een padvindster vol vrolijkheid Altijd met een blijde lach Nu ik getrouwd en moeder van zes kinderen ben Klim ik nog iedere avond even in de pen De akela schrijf ik dan een lange brief Ach ik vind dat mens nog steeds ontzettend lief Dan vertel ik haar over m'n kinderschaar Ondertussen speelt mijn man op z'n gitaar U moet weten dat ik nog steeds ontzettend slis En dat zoiets ook nog erfelijk is Maar akela schrijft: kind zet je d'r overheen Heus van klagen klagen helpt er geen een Ik ben een hele flinke meid Ik wandel iedere dag Een padvindster vol vrolijkheid Altijd met een blijde lach