Oeh-oeh-oeh-oeh Oeh-oeh-oeh-oeh Oeh-oeh-oeh-oeh De straat is grijs, de gracht beneveld Binnen hou ik het niet uit Daar denk ik steeds aan toen die avond Ik schrik op van elk geluid Ik hoor een deur open- en dichtgaan Ik hoor het kraken van een tree En al m'n hoop is op de deurknop Maar die gaat niet naar benee Ze kwam binnen zonder kloppen Ze kwam binnen zonder kloppen Ze kwam binnen Ze kwam binnen Ze kwam binnen zonder kloppen En ging weg zonder een woord Ik was alleen en niet gelukkig Ik brandde langzaam achteruit En iedere dag meer vraag dan antwoord Een nieuwe krant, een oud geluid Ik wou dood, ik wou begraven Met veel bloemen en bezoek En opeens stond zij daar voor me Schopte haar schoenen in de hoek Ze kwam binnen zonder kloppen Ze kwam binnen zonder kloppen Ze kwam binnen Hmm, ze kwam binnen Ze kwam binnen zonder kloppen En ging weg zonder een woord Oeh-oeh-oeh-oeh Oeh-oeh-oeh-oeh Oeh-oeh-oeh-oeh De avond valt in duizend stukken Op de straten van de stad Met bonzend hart als wichelroede Zoek ik mijn verloren schat Maar het leidt tot niets, lood om oud ijzer Welke deur ik ook probeer Ze zijn dicht of ze gaan open Maar nooit meer, nooit meer, nooit meer als die keer Ze kwam binnen zonder kloppen Ze kwam binnen zonder kloppen Ze kwam binnen Ze kwam binnen Ze kwam binnen zonder kloppen En ging weg zonder een woord Oeh-oeh-oeh-oeh Oeh-oeh-oeh-oeh Oeh-oeh-oeh-oeh Oeh-oeh-oeh-oeh-oeh Oeh-oeh-oeh-oeh Oeh-oeh-oeh-oeh Oeh-oeh-oeh-oeh Oeh-oeh-oeh-oeh-oeh Oeh-oeh-oeh-oeh Oeh-oeh-oeh-oeh Oeh-oeh-oeh-oeh Oeh-oeh-oeh-oeh-oeh