En ik heb den duvel in me lijf, m'n derde been staat altijd stijf En zegt na ni da'k overdrijf of 'k laat het zien on ieder wijf Sinds dakkik voor een begrafenis Toevallig in een karek hem gezeten Waar ik besprongen zen door Lucifer Zen'k nu sindsdien voorgoe door hem bezeten Hij had z'n eigen heel consjuus Daar in die kerkstoel verstopt tussen de biezen Woordat den deze oep ging zitten En den deze dien had nikske in de smiezen En ik heb den duvel in me lijf, m'n derde been staat altijd stijf En zegt na ni da'k overdrijf of 'k laat het zien on ieder wijf Hetgeen nu volgt is wel heel technisch-biologisch En wa moeilijk uit te leggen Waaroem ne scheet nen tegendruk veroorzaakt Als een rectaal vacuum zo te zeggen Den deze voelde amper iet, Den deze die sloeg heelmaal gin alarm Toen da Satan in zijn lichaam kwam En heel concreet langs zijnen endeldarm En ik heb den duvel in me lijf, m'n derde been staat altijd stijf En zegt na ni da'k overdrijf of 'k laat het zien on ieder wijf Maar toen die paster stond te lullen Toen begon 'k oepeens te boeren en te braken Dan sprong ik recht, 'k riep godverdoemme gast, Wat heeft dees met dien dooje nog te maken In den offerblok geschoten En oep het hoogaltaar nen fermen drol gescheten 'K herinner er mij gin fluit van Maar dat is toch wadde mij wordt verweten En ik heb den duvel in me lijf, m'n derde been staat altijd stijf En zegt na ni da'k overdrijf of 'k laat het zien on ieder wijf Na de mis zou die pastoor hemme gezei Zeg zeun, ik wil me a is klappen En ik zou hemme g'antwoord "kust m'n klote" Maar da zuld' al wel snappen En da'k van alles hem gedaan da'k ni meer weet Heb 'k ondertussen al gesnopen 'T komt door die rotzak van ne satan Die is langs mijn reet mijn lichaam in gekropen En ik heb den duvel in me lijf, m'n derde been staat altijd stijf En zegt na ni da'k overdrijf of 'k laat het zien on ieder wijf Die zwartrok zei "trekt'oe ni aan" En hij kneep mij in de kaken van mijn billen Dat den duvel liefst in kerken zit Daar zou'k na echtig ni zo zwaar aan tillen Hij stak z'n tong uit en ik zag em nog Heupwiegend in de sakristie verdwijnen Nada'k heel efkes onder zijn gewaad Nen bokkepoot en ne steert had zien verschijnen En ik heb den duvel in me lijf, m'n derde been staat altijd stijf En zegt na ni da'k overdrijf of 'k laat het zien on ieder wijf